Labogids klinische biologie

µg/l

Progesteron wordt gevormd door bijniercortex, ovarieën, corpus luteum na de ovulatie en de placenta vanaf de twaalfde zwangerschapsweek. 97% van het circulerend progesteron is gebonden aan eiwitten, zoals het albumine en het corticosteroïd binding globulin (transcortine). De meting van progesteron is nuttig voor het onderzoek van de ovariële functie aangezien bij 15 20% van de patiënten met infertiliteit een ovulatiestoornis bestaat. Daarnaast wordt het gebruikt voor diagnose van de ovulatie bij inductie, waar hogere waarden dan normaal voorkomen. In de eerste 10 weken van de zwangerschap worden progesteronwaarden op vaste tijdstippen gebruikt voor diagnose van dreigende abortus bij risicopatiënten Verlaagde waarden treden op bij corpus luteum disfuncties.

SERUM

8h bij 25 °C, 5d bij 2-8°C en 180d bij -20 °C.

Man: 0.28 - 1,22 µg/l Vrouw volwassen:  - Folliculair: < 1.40 µg/l- Luteaal: 3.34 - 25.56 µg/l - Mid-luteaal: 4.44 - 28.03 µg/l- Post-menopausaal: < 0.73 µg/l - Zwangerschap 1e trimester: 11.22 - 90.00 µg/l- Zwangerschap 2e trimester: 25.55 - 89.40 µg/l- Zwangerschap 3e trimester: 48.40 - 422.50 µg/l Vrouw < 12 jaar: < 1.74 µg/l Vrouw 13 - 21 jaar: < 12.40 µg/l  Vrouw volgens Tanner stadium- Tanner 1: niet detecteerbaar- Tanner 2: < 10.37 µg/l - Tanner 3: < 10.35 µg/l - Tanner 4: < 8.66 µg/l- Tanner 5: < 15.51 µg/l 

Bijsluiter kit Siemens (REF 10995660 )

Ja

Atellica IM

Biochemie (BIO)